Basketbal werd in 1891 bedacht door James Naismith. Vele eeuwen eerder werd er verspreid over de wereld echter al soortgelijke spellen gespeeld.De Canadese gymleraar James Naismith bedacht het nieuwe basketbalspel om zijn leerlingen in de zaal bezig te houden op bitterkoude winterdagen.Met korven aan de muur en een voetbal liet hij de leerlingen een handsport beoefenen, waarbij lichamelijk contact verboden was. In zijn klas zaten achttien leerlingen en de eerste basketbalwedstrijd ooit ging daarom tussen teams van negen. Later waren teams van tien het maximum, waarbij er slechts vijf tegelijk in het veld mochten staan.

Na de uitvinding van Naismith werd basketbal al snel populair overal in de Verenigde Staten.

In de loop van de jaren werden er dingen verbeterd. De korven werden vervangen voor netjes. Na elk punt klom men op een ladder om de bal te pakken, maar dat vertraagde het spel.

Een speler knipte daarom de onderkant van het net af – de ladder was niet meer nodig.

Van de dertien oorspronkelijke spelregels van Naismith gelden er nu nog altijd twaalf. Naismith wilde  niet dat de spelers zonder te stuiteren over het veld liepen en bedacht daarom dribbelen. In 1936 stond basketbal voor het eerst op de Olympische Spelen.